Franse woorden Franse woorden

Frans: handige woorden voor op reis

Wanneer je op vakantie in Frankrijk bent ontkom je er niet aan om af en toe een woordje Frans te spreken. Al is het maar om de weg te vragen, brood te kopen of een drankje te bestellen.

Bonjour! Een reis naar Frankrijk betekent genieten van sfeervolle dorpjes, prachtige landschappen en heerlijk eten. Maar om het meeste uit je vakantie te halen, is het handig om een paar basiszinnen Frans onder de knie te hebben. Ook al spreken tegenwoordig veel Fransen Engels, vooral in de toeristische gebieden, een poging om hun taal te spreken wordt altijd gewaardeerd.

Wil je nog meer Franse woorden leren? Er zijn talloze apps en websites beschikbaar die je kunnen helpen bij het leren van de Franse taal. Op deze pagina vind je een overzicht van gratis apps en cursussen.

Bonjour

Goedendag

Bonsoir

Goedenavond

Au revoir

Tot ziens

À bientôt

Tot snel

S’il vous plaît

Alstublieft

Merci

Bedankt

De rien

Geen dank

Office de Tourisme

Toerismebureau

Avez-vous un plan de la ville ?

Heeft u een stadsplattegrond?

C’est combien ?

Hoeveel is het?

Je voudrais celui-ci / celui-là s’il vous plaît

Ik wil deze / die daar graag

Gîte

Vakantiehuis

Chambres d’hôtes

Bed&breakfast

Une baguette, s’il vous plaît

Een stokbrood, alstublieft

Une tradition

Ambachtelijk stokbrood

Je voudrais réserver pour … personnes

Ik wil graag reserveren voor … personen

Est-ce que vous avez place pour .. personnes ?

Heeft u plaats voor … personen?

Une table pour deux, s’il vous plaît

Een tafel voor twee, alstublieft

L’addition, s’il vous plaît

De rekening alstublieft

La carte, s’il vous plaît

De kaart alstublieft

Je voudrais commander

Ik wil graag bestellen

Le sentier

Wandelpad in de natuur

La randonnée

De tocht. Hoewel het vaak in relatie tot wandelen wordt gebruikt, heeft het een brede betekenis en kan het ook voor tocht met de auto of fiets gebruikt worden (randonnée en voiture, randonnée à vélo). Wordt ook wel afgekort tot ‘rando’.

L’itinéraire

De route

Le chemin

De weg, het pad, de richting

La distance

De afstand

Le dénivelé

Het hoogteverschil

L’altitude

De hoogte

L’ascension

De beklimming

La montée

De stijging, het omhoog lopen

La descente

De afdaling, het naar beneden lopen

Le balisage

De markering

Les panneaux

De wandelbordjes

La passerelle

De loopbrug

Le lacet

De haarspeldbocht

Le col

De bergpas

Le sommet

De top

Les gorges

De rivierkloven

La cascade

De waterval

Zone pastorale

Een bord met deze term geeft aan dat je een gebied binnengaat waar zich een kudde kan ophouden.

La source

De bron

L’eau (non-)potable

Het (niet-)drinkbare water

La remontée mécanique

De skilift

La nuitée

De overnachting

Le dortoir

De slaapzaal, met gedeeld sanitair

La carte de randonnée

De wandelkaart

Le sac à dos

De rugzak

Le baton de marche

De wandelstok

Une ampoule

Een blaar

Le croisement

De kruising

Bifurquer

Afslaan

Tournez à droite

Sla rechts af

Tournez à gauche

Sla links af

Allez tout droit

Ga rechtdoor

Faire demi-tour

Omkeren

Pourriez-vous m’indiquer la route pour aller à/au…

Zou u mij de weg kunnen wijzen naar…

Pourriez-vous me montrer où je suis, sur la carte ?

Kunt u mij op de kaart aanwijzen waar ik ben?

Combien de temps pour aller à/au…

Hoe ver is het naar…

À une heure de marche

Op een uur lopen

C’est encore loin ?

Is het nog ver?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *