Noordelijke Dordogne
Het departement Dordogne mag dan een vrij bekende Franse bestemming zijn, het noorden is nog onontdekt. De meeste vakantiegangers stomen door naar de Dordognevallei in het zuiden. En dat terwijl er in het lommerrijke noorden ook veel te zien en te doen is. Een groot deel van deze streek behoort tot het Parc naturel régional Périgord-Limousin, een natuurpark dat gekenmerkt wordt door loofbossen die doorkruist worden door grillige beekdalen. Je vindt hier veel bijzondere planten en dieren. Zo kun je er in het voorjaar op zoek naar de tientallen wilde orchideeënsoorten, er zijn zelfs fiets- en wandelroutes uitgezet die geheel in het teken van deze bijzondere plantensoort staat. Ook is het mooi fietsen en wandelen door het typische bocagelandschap, een afwisseling van kleine akkers en weides, omzoomd door heggen.
Parc Naturel Régional Périgord-Limousin
Het park is in 1998 opgericht en ligt op de grens van de departementen Haute-Vienne en Dordogne. Doel van het park is om de natuurlijke rijkdommen en het eigen, groene karakter van de streek te behouden. Op het grondgebied van het departement Dordogne liggen negenenveertig gemeentes die deel uitmaken van het park, met een totaal van ruim honderdduizend hectare grond.
Het natuurpark is een afwisselend gebied met bossen, akkers en weides, rivieren en meren. Daartussen liggen allerlei dorpen en steden verspreid. Zowel geologisch als biologisch is er een grote diversiteit. In het oosten zit je op de laatste uitlopers van het Centraal Massief, gekarakteriseerd door harde gesteentes als graniet, in het zuidwesten bestaat de grond uit kalksteen.
In de bossen overheersen de kastanjebomen, aangevuld met eik. Die vormen een leefgebied voor tal van diersoorten, zoals otters, hermelijnen, marters, vossen en herten. Daarnaast vind je hier ook veel vogels, met name uilen en de zwarte wouw voelen zich hier thuis. Ook de hop met de kenmerkende kuif kun je hier voorbij zien komen. De graslanden tellen bovendien veel variaties van orchideeën, meer dan dertig soorten.
Het zal je niet verbazen dat het Parc Naturel Régional Périgord-Limousin een ideale bestemming is voor natuurliefhebbers. Het toerisme in de streek is dan ook met name daarop gericht. Je vindt er veel kleinschalige aanbieders van gîtes en chambres d’hôtes, natuur- en minicampings. De lokale Offices de Tourisme maken volop gebruik van de gelegenheid om het natuurschoon in de omgeving toegankelijk te maken via fietstochten en wandelroutes. Bij elk toerismebureau is een kaart van het natuurpark te verkrijgen met daarop een overzicht van activiteiten, evenementen en accommodaties.
Zuidelijke Dordogne
Ten zuiden van de oude hoofdstad Périgueux is het heerlijk dwalen door karakteristieke dorpen waar de historie voor het oprapen ligt. Die dorpen liggen in een lieflijk landschap van beboste hellingen, kronkelende rivierdalen en door hagen omringde akkerlanden. Helemaal aan de zuidkant liggen de wijngaarden van Bergerac: het ideale decor voor mooie wandelingen en fietstochten.
Het toerisme in de streek concentreert zich vooral op vier gebieden. In het zuidwesten de wijnstreek van Bergerac, rondom Les Eyzies vanwege de vele grotten met rotstekeningen en het Musée de la Préhistoire, tussen Domme en Sarlat vanwege de kastelen en sfeervolle dorpen en het Pays des bastides et cités médiévales in het uiterste zuiden.
In de zomerperiode zijn de rivieren Dordogne en Vézère een grote trekpleister. Je kunt er op veel plekken zwemmen en afkoelen, ook zijn er veel verhuurders van kajaks en bedrijven die boottochten organiseren. Vanaf de rivier heb je prachtige uitzichten op de dorpen en kastelen die aan weerszijden liggen.
In deze streek kun je niet om de vele grotten heen. In de kalkstenen kliffen zijn in de loop der tijd door ondergrondse waterstromen veel grotten uitgesleten, die in de prehistorie al als toevluchtsoord gebruikt werden. Op bijzonder veel plekken in de Dordogne heeft de prehistorische mens sporen nagelaten, niet alleen in de vorm van werktuigen en kampvuren, maar vooral in de vorm van bijzondere rotstekeningen en gravures. De meeste van deze grotten zijn niet toegankelijk of slechts voor een bepaald aantal mensen per dag, zoals de Grotte des Combarelles. De meest opmerkelijke grot is die van Lascaux, ook wel eens de Sixtijnse kapel van de prehistorie genoemd. Deze is volledig nagebouwd te bezichtigen in een speciaal museum, Lascaux IV.